BEGROTING 2020

16. Algemene uitkering jeugdhulp 2022/ 2023

Zoekrichtingen begroting 2020

16. Algemene uitkering jeugdhulp 2022/ 2023

Context
In de meicirculaire 2019 is opgenomen dat:
Het kabinet heeft besloten extra middelen toe te voegen aan het jeugdhulpbudget. In 2019 gaat het om € 420 miljoen en in 2020 en 2021 om jaarlijks € 300 miljoen. ...... Aanvullend wordt onderzoek verricht om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel extra middelen nodig hebben. Daarnaast worden de komende maanden bestuurlijke afspraken gemaakt tussen Rijk en VNG over hoe het jeugdhulpstelsel effectiever, efficiënter en beter kan gaan functioneren.

In een brief van de minister en staatssecretaris van VWS aan de VNG van 27 mei 2019 is uitgelegd waarom er voor drie jaar extra middelen zijn toegevoegd:
“De extra financiële middelen voor de geconstateerde volumegroei worden voor drie jaar beschikbaar gesteld. Het Rijk kan gemeenten op dit moment financieel niet structureel tegemoetkomen. Het verdiepend onderzoek stelt immers dat daartoe de grondslag ontbreekt: de vraag of de geconstateerde groeiende vraag naar jeugdzorg een boeggolf is of, en zo ja in welke mate, een structureel karakter heeft, is nog niet te beantwoorden. Tegelijkertijd is het begrijpelijk dat gemeenten belang hebben bij meerjarige zekerheid over het jeugdzorgbudget.“

Gemeenten hebben erop aangedrongen de compensatie voor de jeugdhulp structureel beschikbaar te stellen en niet voor drie jaar. Veel gemeenten komen nu door de incidentele compensatie in de problemen om de meerjarenbegroting structureel sluitend te krijgen. Daarom is in die brief de volgende passage opgenomen:
“Het is van belang dat de provinciale toezichthouders het voorgenomen onderzoek en de uitkomsten daarvan meeweegt in de beoordeling van de meerjarenraming in de gemeentelijke begroting. Het Rijk komt hiertoe in overleg met de provinciale toezichthouders tot een richtlijn ten aanzien van de meerjarenraming jeugd in de gemeentelijke begroting. Deze richtlijn wordt door de provinciale toezichthouder op uniforme wijze gehanteerd. De richtlijn is erop gericht dat de toezichthouder meeweegt dat er nog onderzoek loopt dat erop is gericht om een nieuw kabinet te laten besluiten over een passend budget voor 2022 en latere jaren. Hierdoor worden gemeenten in staat gesteld om in het licht van de afspraken een meerjarenraming in de begroting op te nemen voor uitgaven jeugd.”

Concreet: gemeenten mogen de extra bijdrage in 2020 en 2021 structureel als inkomst (stelpost) opnemen in de begroting. Hierbij wordt wel dringend verzocht een reserve aan te wijzen, waarmee de geraamde (extra) inkomst voor 2022 en 2023 af te dekken indien deze niet daadwerkelijk worden gerealiseerd.

Hoeveel budgetruimte is mogelijk?
Het door het Rijk beschikbaar gestelde budget in 2020 en 2021 is € 300 miljoen. Voor de gemeente Buren betekent dit een bedrag van € 327.000. Wanneer de zoekrichting wordt goedgekeurd door de gemeenteraad dan moeten we een aanvullende storting in de reserve Sociaal domein doen van € 214.000. Totaal reserveren we dan € 654.000 (2 jaar € 327.000). Mochten we de extra inkomst niet ontvangen dan is hiermee het risico afgedekt.

Ook is als voorwaarde gesteld dat de gemeente zelf ook maatregelen neemt in het kader van de transformatie rondom jeugdzorg, mede gericht op beheersing van de kosten. Wij doen dit via de strategische opgaven Visie op transformatie Sociaal Domein.

Is het haalbaar?
Op dit moment is niet zeker of uitgaven structureel en autonoom zijn, danwel onderdeel van een tijdelijke boeggolf, lokaal beleid, of anderszins. Daarmee is het niet zeker dat er vanaf 2022 extra budget (in dezelfde omvang als in 2021) nodig is. Een nieuw kabinet besluit of, en zo ja in welke mate, extra middelen beschikbaar worden gesteld.  

Wat zijn de overige voordelen?
De extra inkomst draagt bij aan een structureel sluitende meerjarenbegroting.

Wat zijn de nadelen?
Dat we geen extra bijdrage ontvangen vanaf 2022.

Wat zijn de risico’s?
Door aanvullend een bedrag te storten in de reserve Sociaal domein is het risico nu afgedekt. Mochten we voor 2022 een beroep moeten doen op de reserve in verband met tekorten in 2019 t/m 2021 dan is een aanvullende storting mogelijk noodzakelijk.

ga terug