BEGROTING 2020

Beleidsindicatoren

Nr

Taakveld

Indicator

Eenheid

Verplicht

waarstaatje
gemeente.nl

Bron

2015

2016

2017

2018

2019

2020

1.

Overhead

Formatie

Fte per 1.000 inwoners

J

Eigen begroting

5,15

5,3

5,04

5,13

2.

Overhead

Bezetting

Fte per 1.000 inwoners

J

Eigen begroting

4,80

4,70

4,70

4,93

3.

Overhead

Apparaatskosten

Kosten per inwoner

J

Eigen begroting

€ 559

€ 348

€ 515

€ 550

4.

Overhead

Externe inhuur

Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen

J

Eigen begroting

2%

2,50%

2,50%

2,58%

5.

Overhead

Overhead

% van totale lasten

J

Eigen begroting

12,50%

15,30%

15,74%

15,23%

6.

Openbare orde en veiligheid

Verwijzingen Halt

Aantal per 10.000 jongeren

J

Jeugd en jeugdhulpverlening/ Jeugdcriminaliteit/ verwijzingen halt

Bureau Halt

104 tov 134 landelijk

136 tov 137 landelijk

75 tov 131 landelijk

64 tov 119 landelijk

8.

Openbare orde en veiligheid

Winkeldiefstallen

Aantal per 1.000 inwoners

J

zoek op winkeldiefstal

CBS

0,0 tov 2,4 landelijk

0,2 tov 2,3 landelijk

0,4 tov 2,2 landelijk

0,4 tov 2,2 landelijk

9.

Openbare orde en veiligheid

Geweldsmisdrijven

Aantal per 1.000 inwoners

J

zoek op geweld

CBS

3,3 tov 5,5 landelijk

3,5 tov 5,3 landelijk

2,9 tov 5,0 landelijk

3,0 tov 4,8 landelijk

10.

Openbare orde en veiligheid

Diefstallen uit woning

Aantal per 1.000 inwoners

J

zoek op diefstal

CBS

3,1 tov 3,8 landelijk

2,5 tov 3,3 landelijk

1,5 tov 2,9 landelijk

1,5 tov 2,5 landelijk

11.

Openbare orde en veiligheid

Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte)

Aantal per 1.000 inwoners

J

zoeken op vernieling

CBS

3,8 tov 7,3 landelijk

4,0 tov 6,8 landelijk

3,4 tov 6,0 landelijk

2,5 tov 5,4 landelijk

14.

Economische ontwikkeling

Functiemenging

%

J

zoek op functiemenging

LISA

44,1% tov 52,0% landelijk

44,0% tov 52,2% landelijk

44,0% tov 52,4% landelijk

44,7% tov 52,8% landelijk

16.

Economische ontwikkeling

Vestigingen (van bedrijven)

Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar

J

thema bedrijvigheid en economie

LISA

137,8 tov 113,7 landelijk

141,7 tov 117,8 landelijk

142,5 tov 120,3 landelijk

147,2 tov 125,0 landelijk

17.

Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

Absoluut verzuim

Aantal per 1.000 leerlingen

J

zoeken op verzuim

DUO

1,65 tov 2,34 landelijk

3,29 tov 1,81 landelijk

4,99 tov 1,82 landelijk

1,80 tov 1,91 landelijk

18.

Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

Relatief verzuim

Aantal per 1.000 leerlingen

J

zoeken op verzuim

DUO

22,62 tov 28,65 landelijk

20,47 tov 26,58 landelijk

9,04 tov 26,58 landelijk

12,80 tov 23,28 landelijk

19.

Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers)

% deelnemers aan het VO en MBO onderwijs

J

zoeken op mbo

Ingrado

1,3% tov 1,7% landelijk

1,2% tov 1,7% landelijk

1,2% tov 1,8% landelijk

0,7% tov 1,9% landelijk

20.

Sportbeleid en activering

Niet sporters

%

J

zoek op sporters

RIVM

57,1% tov 48,7% landelijk

21.

Arbeids-participatie

Banen

Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 – 64 jaar

J

zoeken op banen

LISA

407,5 tov 642,5 landelijk

406,3 tov 647,6 landelijk

405,3 tov 652,9 landelijk

420,1 tov 663,0 landelijk

22.

Geëscaleerde zorg 18-

Jongeren met een delict voor de rechter

% 12 t/m 21 jarigen

J

product/ Besluit Begroting en Verantwoording

Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel

1,0% tov 1,45% landelijk

23.

Maatwerkdienst-verlening 18-

Kinderen in uitkeringsgezin

% kinderen tot 18 jaar

J

zoeken op kinderen of armoede

Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel

2,52% tov 6,58% landelijk

24.

Arbeids-participatie

Netto arbeidsparticipatie

% van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking

J

zoeken op netto arbeidsparticipatie

CBS

66,3% tov 65,4% landelijk

66,9% tov 65,8% landelijk

67,7% tov 66,6% landelijk

68,7% tov 67,8% landelijk

26.

Inkomens-regelingen

Werkloze jongeren

% 16 t/m 22 jarigen

J

thema jeugd en jeugdhulpverlening

Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel

1,41% tov 1,52% landelijk

27.

Inkomens-regelingen

Personen met een bijstandsuitkering

Aantal per 10.000 inwoners

J

zoek op bijstandsuitkering

CBS

13,6 tov 40,5 tov landelijk

14,0 tov 41,3 tov landelijk

14,4 tov 41,9 tov landelijk

13,8 tov 40,1 tov landelijk

27.

Inkomens-regelingen

Huishoudens met een bijstandsuitkering

(% t.o.v. totaal huishoudens)

J

zoek op bijstandsuitkering

CBS

1,7% tov 5,5% landelijk

1,8% tov 5,6% landelijk

2,2% tov 5,7% landelijk

1,9% tov 5,5% landelijk

1,9% tov 5,3% landelijk

28.

Arbeidsparticipatie

Lopende re-integratievoorzieningen

Aantal per 1.000 inwoners van 15 – 65 jaar

J

zoek op re-integratie

CBS

4,7 tov 31,2 landelijk

4,7 tov 25,5 landelijk

7,0 tov 27,1 landelijk

10,0 tov 30,5 landelijk

29.

Maatwerkdienst-verlening 18-

Jongeren met jeugdhulp

% van alle jongeren tot 18 jaar

J

zoeken op jeugdhulp

CBS

8,8% tov 10,0% landelijk

10,0% tov 10,8% landelijk

9,7% tov 11,2% landelijk

11,1% tov 11,7% landelijk

30.

Geëscaleerde zorg 18-

Jongeren met jeugdbescherming

% van alle jongeren tot 18 jaar

J

zoeken op jeugdbescherming

CBS

1,0% tov 1,2% landelijk

0,8% tov 1,2% landelijk

0,8% tov 1,2% landelijk

1,2% tov 1,2% landelijk

31.

Geëscaleerde zorg 18-

Jongeren met jeugdreclassering

% van alle jongeren van 12 tot 23 jaar

J

zoeken op jeugdreclassering

CBS

0,3% tov 0,5% landelijk

0,3% tov 0,4% landelijk

32.

Maatwerkvoor-zieningen (WMO)

Cliënten met een maatwerkarrangement WMO

Aantal per 1.000 inwoners

J

zoeken maatwerkarrangement

GMSD

23 tov 62 landelijk

33.

Afval

Omvang huishoudelijk restafval

Kg/inwoner

J

zoeken op huishoudelijk restafval

CBS

121 kg tov 200 kg landelijk

118 kg tov 189 kg landelijk

119 kg tov 174 kg landelijk

34.

Milieubeheer

Hernieuwbare elektriciteit

%

J

zoeken op hernieuwbare elektriciteit

RWS

44,8% tov landelijk 13,7%

u3rhooff:
23,6% tov nb landelijk
= oorspronkelijk %
47,9% tov landelijk 15,3%

46,6% tov landelijk 16,9%

35.

OZB Woningen

Gemiddelde WOZ waarde

Duizend euro

J

zoeken op WOZ/ kies "gemiddelde woz waarde woningen

CBS

€276.000 tov €206.000 landelijk

€271.000 tov €209.000 landelijk

€278.000 tov €216.000 landelijk

€284.000 tov €230.000 landelijk

36.

Wonen en bouwen

Nieuw gebouwde woningen

Aantal per 1.000 woningen

J

Bouwen en wonen / woningmarkt/ nieuwbouw

Basisregistratie adressen en gebouwen

8,8 tov 7,2 landelijk

37.

Wonen en bouwen

Demografische druk

%

J

Bouwen en wonen / bevolking/ demografische druk

CBS

70,0% tov 67,9% landelijk

70,9% tov 68,5% landelijk

72,0% tov 69,0% landelijk

72,7% tov 69,6% landelijk

73,0% tov 69,8% landelijk

38.

Wonen en bouwen

Gemeentelijke woonlasten een-persoonshuishouden

In Euro’s

J

zoeken op woonlasten

COELO

€698 tov €637 landelijk

€707 tov €651 landelijk

€735 tov €644 landelijk

€767 tov €649 landelijk

€817 tov €669 landelijk

39.

Wonen en bouwen

Gemeentelijke woonlasten meer-persoonshuishouden

In Euro’s

J

zoeken op woonlasten

COELO

€752 tov €709 landelijk

€759 tov €723 landelijk

€786 tov €723 landelijk

€803 tov €721 landelijk

€852 tov €739 landelijk

TOELICHTING

Inleiding

Met de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van 5 maart 2016 (Stb. 101) zijn provincies en gemeenten voortaan gehouden om in de programma’s in de begroting (artikel 8, tweede lid, van het BBV), en in de programmaverantwoording (artikel 25, tweede lid, van het BBV) in het jaarverslag, de maatschappelijke effecten die met de verschillende programma’s worden beoogd of gerealiseerd, toe te lichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren dragen bij om de begroting en jaarverslagen beleidsmatiger te maken, zodat staten- en raadsleden op de belangrijke momenten in een beleidscyclus zich een beeld kunnen vormen over behaalde beleidsresultaten en te behalen beleidsresultaten. Omdat het wenselijk is de resultaten van gemeenten te kunnen vergelijken worden de indicatoren die ten minste moeten worden gebruikt, opgenomen in een bijlage bij een ministeriële regeling, in casu behorende bij artikel 1 van deze regeling. Indien gemeenten daarnaast nog gebruik willen maken van andere indicatoren staat het hen vrij die naast de verplichte indicatoren in de programma’s en programmaverantwoording op te nemen. Omdat de beleidsindicatoren voor provincies nog niet in een ministeriële regeling kunnen worden vastgesteld, zullen provincies in 2017 gebruik maken van zelfgekozen beleidsindicatoren.

Beleidsindicatoren voor gemeenten

Voor de gemeenten is door de Vereniging Nederlandse Gemeenten VNG en Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), met raadpleging van enkele gemeenten, een lijst van indicatoren ontwikkeld en samengesteld. Daarbij golden een aantal belangrijke uitgangspunten:

  • de indicatoren leveren een bijdrage aan de versterking van het horizontaal toezicht;
  • de raadsleden worden daarmee in staat gesteld om op maatschappelijke effecten te kunnen sturen;
  • de indicatoren zijn van toepassing op alle gemeenten;
  • de indicatoren zijn gebaseerd op landelijke bronnen waardoor er geen extra informatie uitvraag hoeft te worden gedaan en zodat gemeenten automatisch deelnemen;
  • er worden bestaande bronnen gebruikt;
  • de indicatoren worden regelmatig door de bronnen gepubliceerd;
  • voor de indicatoren met betrekking tot het ‘sociaal domein’ is aangesloten bij de reeds bestaande ‘Gemeentelijke monitor sociaal domein’.

Omdat er voor gekozen is om voor de indicatoren aan te sluiten bij reeds bestaande bronnen is de informatie voor de indicatoren voor alle gemeenten beschikbaar en toegankelijk. Via de website ‘waarstaatjegemeente.nl’ zijn alle gegevens voor het opnemen van de indicatoren eenvoudig en in één keer te downloaden. Via deze website zal ook meer achtergrondinformatie over de gekozen indicatoren worden gegeven en de bronnen. Niet alle gegevens en informatie die via de beleidsindicatoren in de programma’s en programmaverantwoording moet worden opgenomen worden via een bronhouder ontsloten. Voor de beleidsindicatoren in het taakveld ‘bestuur en ondersteuning’ beschikt de gemeente zelf over de informatie.

Hardheidsclausule

In enkele gevallen, bijvoorbeeld voor de beleidsindicatoren voor het taakveld ‘verkeer en vervoer’, kan de bronhouder de gegevens niet aan alle gemeenten verstrekken. In dat geval hoeft de gemeente geen extra inspanning te leveren om de gegevens alsnog te verkrijgen omdat die gemeente dan een extra informatie uitvraag zou moeten doen. Indien een dergelijke situatie zich voor doet hoeft, ingevolge artikel 2 van deze regeling, de gemeente de betreffende beleidsindicator niet in de begroting en jaarrekening op te nemen, maar wordt opgenomen dat de gegevens hiervoor niet beschikbaar zijn. Deze zogeheten hardheidsclausule is niet van toepassing op de beleidsindicatoren waarbij de gegevens niet door een bronhouder (of andere derde) aan de gemeenten wordt verstrekt. Dat betekent dat voor het taakveld ‘bestuur en ondersteuning’ de hardheidsclausule niet van toepassing is. Deze informatie wordt immers niet door een bronhouder verstrekt, maar betreft informatie waarover de gemeenten zelf beschikken. Het is daarom niet noodzakelijk dat de hardheidsclausule hierop van toepassing is.

Administratieve lasten

Omdat de gemeenten gebruik kunnen maken van de informatie die reeds door verschillende bronhouders wordt verzameld en deze informatie in een keer (via de website ‘waar staat je gemeente nu’) kunnen worden gedownload zijn de bestuurlijke administratieve lasten van de regeling miniem.

ga terug