Beschikbaar weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen vinden we zowel in de exploitatie als in het vermogen. Binnen de exploitatie gaat het voornamelijk om de onbenutte belastingcapaciteit. De stelpost onvoorziene uitgaven is nihil. Bij de onbenutte belastingcapaciteit gaat het om de eigen inkomstenbronnen van een gemeente voor zover deze nog niet “maximaal” of kostendekkend zijn. Bij de onbenutte belastingcapaciteit gaat het met name om de OZB. Het betreft hier een inkomstenbron die niet direct beschikbaar is. De hoogte is het verschil tussen de feitelijke OZB en de normhoogte van de OZB in het kader van artikel 12.
In de vermogenssfeer bestaat de weerstandscapaciteit uit het vrij besteedbare en het geblokkeerde gedeelte van de algemene reserve (weerstandsvermogen) en de stille reserves. Een stille reserve is de theoretische berekening van het waardeverschil tussen de boekwaarde en de overwaarde van met name onze gemeentelijke panden of aandelen. Bij de stille reserves gaat het om de inzet van bezittingen als onroerend goed e.d. Om over deze ruimte te kunnen beschikken is politiek draagvlak nodig en zijn we, in geval van verkoop, afhankelijk van de markt. Dat betekent dat er enige tijd overheen gaat voordat het daadwerkelijke bedrag bekend is en we het geld daadwerkelijk contant kunnen maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de overwaarde op aandelen en andere gemeentelijke eigendommen van waarde die niet op de balans staan. Gelet op het onzekere karakter, laten we dit bedrag buiten de berekening van het weerstandsvermogen.
De opbouw van onze beschikbare weerstandscapaciteit per 1 januari 2020 ziet er momenteel als volgt uit:
Weerstandsvermogen in de exploitatie (x € 1.000,-) | |
---|---|
Stelpost onvoorzien | - |
Onbenutte belastingcapaciteit OZB | - |
Totale weerstandscapaciteit in de exploitatie | - |
Weerstandsvermogen in het eigen vermogen per 1-1-2020 | |
Algemene reserve - vrij besteedbaar gedeelte in begroting (stand jaarrekening 2018) | 1.781 |
Algemene reserve - weerstandsvermogen (geblokkeerde gedeelte) | 2.719 |
Totale weerstandscapaciteit in het eigen vermogen | 4.500 |
Het voorstel bij de begroting 2020 is om € 59.000,- minder te reserveren voor het weerstandsvermogen ten gunste van het vrij beschikbare deel van de Algemene Reserve op basis van de meest recente risico-inventarisatie. De hoogte van het weerstandsvermogen is dan € 2.660.000,- en het vrij besteedbare gedeelte van de algemene reserve wordt dan € 1.840.000,-.